Verhalen van Hollands Buiten - de films

Wie woonden en werkten er op de buitenplaatsen van de Landgoederenzone en wie doen dat ook nu nog? Wat is hun aandeel in het beheer en behoud van deze plekken en hoe ervaren zij dat? Vanaf september 2022 werd de tiendelige serie ‘Verhalen van Hollands Buiten’ online geplaatst via op de website www.hollandsbuiten.nl, onderdeel van de website Geschiedenis van Zuid-Holland.

Veel van de landgoederen die ooit in de Zuid-Hollandse landgoederenzone hebben gelegen, zijn inmiddels verdwenen. De landgoederen en buitenplaatsen die hier nog wel liggen vertellen uiteenlopende verhalen over de geschiedenis van ons land. In de loop der eeuwen is er wel veel veranderd. Niet alleen zijn de landgoederen meermaals van vorm en eigenaar verwisseld, de meeste hebben ook niet meer hun oorspronkelijke functie. Maar verhalen zijn er in overvloed - over de nog bestaande buitenplaatsen en landgoederen, over de plekken die inmiddels grotendeels zijn verdwenen, over al die mensen die er in het verleden bij betrokken zijn geweest en over de mensen die zich ook vandaag de dag nog met hart en ziel inzetten voor deze mooie en bijzondere plekken.

Betrokkenen van landgoederen delen hun buitenplaats

De serie films over het beheer van buitenplaatsen en landgoederen is een van de onderdelen van het project Verhalen van Hollands Buiten. De films belichten bijzondere verhalen, vaak verteld door de ogen van direct betrokkenen. Elke film heeft een andere insteek, het zijn onder meer de verhalen van de tuinbaas, de huishoudster, de bewoner en de buurtbewoner.

Landgoed Oostergeest:   'Wij zíjn Oostergeest'

Landgoed Oostergeest is een van de parels in de landgoederenzone die er nog altijd prachtig bij ligt. Het landgoed heeft meerdere eigenaren en bewoners gekend, die allen wat toevoegden en aanpasten aan het huis, de tuinen of de bijgebouwen. Sinds het midden van de 19de eeuw wordt Oostergeest bewoond door de familie Leemans. Inmiddels zorgt de zesde generatie voor het voortbestaan van deze plek. Dat maakt Oostergeest extra bijzonder omdat er niet veel particuliere buitenplaatsen en landgoederen meer zijn in de landgoederenzone. Hoe is het om als particulier een landgoed te runnen en beheren, welke uitdagingen kom je tegen? En wat is de meerwaarde van particuliere landgoederen? Het verhaal van de bewoners schetst een prachtig beeld van bevlogen en betrokken beheer en verbondenheid met de geschiedenis van dit Warmondse landgoed.

't Huys Dever:   'Het is belangrijk omdat deze plek een stuk geschiedenis vertelt van Nederland'

’t Huys Dever is een bijzondere locatie binnen de Zuid-Hollandse landgoederenzone. Dever en de in buurdorp Sassenheim gelegen ruïne van Teylingen zijn de enige twee zichtbaar middeleeuwse donjons. Net als diverse andere kastelen met een Middeleeuwse oorsprong heeft Dever zich in de loop der eeuwen ontwikkeld tot een buitenplaats. Maar na decennia van verval stortte halverwege de 19de eeuw eerst het voorhuis in en in de decennia daarna ook het dak en vervolgens de vloeren van de toren. Zo resteerde in de twintigste eeuw in Lisse, net als in Sassenheim, slechts een ‘holle kies’. In Lisse kwam echter een halve eeuw geleden een krachtig initiatief van de grond waarbij de ruïne werd gerestaureerd, diverse opgravingen plaatsvonden, het voorterrein en de basis van de verdwenen bouwwerken weer zichtbaar werden gemaakt en tuinen zijn aangelegd om de sfeer en het biotoop van Dever in ere te herstellen.

Inmiddels is Dever tienduizenden (zo niet meer) vrijwilligersuren, veel onderzoek, jaren van openstelling voor lokaal, regionaal en internationaal publiek verder en is Dever voor de komende generaties gered en teruggebracht als trots symbool van de lange geschiedenis op deze plek. Die ontwikkeling, onder de bezielende leiding en uitvoering van de vrijwilligers, is de reden om dit verhaal in 'Verhalen van Hollands Buiten' mee te willen nemen in de vorm van een oral history project. Verteld door één van die vrijwilligers, bijna van het eerste uur: Ignus Maes, de man die al 50 jaar betrokken is bij Dever en die het als zijn broekzak kent.

Wilt u meer weten over 't Huys Dever? Klik dan hier.

Buitenplaats Berbice:   'De eerste keer dat ik door het hek kwam, was een soort betovering'

Zoals bij veel buitenplaatsen en landgoederen ligt ook bij Berbice de oorsprong in een of meer oude boerderijen. Bij Berbice gaat het om de Corneliahoeve en Allemansgeest, beide terug te vinden in archiefstukken uit de 15de eeuw. De buitenplaats, ontwikkeld vanaf de 17de eeuw, heeft sindsdien vele bezitters en bewoners gehad die hier hun sporen hebben achtergelaten: van een vaarsloot tot een unieke oranjerie, van een landschapspark tot een rozentuin omringd door historische tuinmuren. De laatste koper was Carel Begeer, directeur van de naastgelegen zilverfabriek Van Kempen en Begeer, die het huis met zijn familie ging bewonen. Het was Carels dochter Rudolpha voor wie Berbice, tot 2009, de thuisbasis bleef die zij tegen de maatschappelijke ontwikkelingen en vaart der volkeren in bleef beschermen met alles wat tot haar beschikking stond. Aan deze laatste particuliere bewoner van Berbice hebben we te danken dat de buitenplaats, kwetsbaar als zij is, nog altijd zo begeerlijk is als zij honderden jaren voor al die wisselende bewoners is geweest. Een unieke, spraakmakende en karaktervolle vrouw, die na haar dood de verantwoordelijkheid heeft overgedragen een stichting en een vertrouweling: haar jonge steun en toeverlaat Remko Posthuma, die zij heeft geïnspireerd met haar verhalen, haar tomeloze inzet en met de waarde van de plek die zij wilde beschermen en behouden voor de toekomst.

Aan het woord in deze film is vertrouweling en bovendien vrijwilliger van het eerste uur Remko Posthuma. De man die als 14-jarige jongen betoverd werd door deze bijzondere buitenplaats, als een van de weinigen exact weet hoe mejuffrouw Begeer het zou hebben gewild, en die er alles aan doet om de waarden van deze fragiele plek te behouden. Omdat het belangrijk is deze waarden over te dragen en te gunnen aan toekomstige generaties.

Wilt u meer weten over Buitenplaats Berbice? Klik dan hier.

Buitenplaats Ockenburgh:   'Een buitenplaats voor iedereen, dat zijn we!'

Buitenplaats Ockenburgh heeft, binnen de Zuid-Hollandse landgoederenzone, een uitzonderlijke geschiedenis van gebruik, verval en herbestemming. Het is een plek die van een ‘wildernisse’ met enkele hofsteden, dankzij de visie van haar stichter, de arts en dichter Jacob Westerbaen, in de 17e eeuw uitgroeide tot een buitenplaats met landhuis, bijgebouwen, moestuin en al wat er bij een buitenplaats hoort. En dan vooral: een buitenplaats waar iedereen welkom was - er stond geen hek omheen: "Wees welkom in myn kleyn paleis... de schouwburg is hier vrij" dichtte hij over dit landgoed. Dat citaat werd aan het begin van de 21ste eeuw de kern van alle plannen rond Ockenburgh. Deze buitenplaats werd, na jaren van verval en twijfel over herbestemming, vanaf 2012 gered door omwonenden, die besloten dat als àndere partijen dan niet wisten wat er moest, zíj het wel zouden doen. En dus hebben ze dat gedaan.

Aan het woord in deze film is Karin Zwinkels, die de buitenplaats als jong meisje leerde kennen toen haar moeder haar hier mee naartoe nam. Later kwam ze hier met haar kinderen en inmiddels met haar kleinkinderen. Maar ondertussen is ze ook als vrijwilliger en inmiddels als voorzitter van de Stichting tot behoud van de Historische Buitenplaats Ockenburgh, nauw betrokken bij het beheer, behoud en de toekomstplannen van deze prachtige buitenplaats.

Wilt u meer weten over Buitenplaats Ockenburgh? Klik dan hier.

Landgoed Calorama: 'Toen wisten we dat we een bijzondere baan gingen krijgen’

Calorama is een relatief onbekende landgoedparel binnen de Zuid-Hollandse Landgoederenzone. Het ligt aan de rand van Noordwijk, ingeklemd tussen het centrum, een nieuwbouwwijk, het kerkhof en de Gooweg. De huidige buitenplaats is ontstaan uit een 18de-eeuwse kruiden- en rozenkwekerij, later ook bloembollen. Deze geschiedenis is, ondanks het feit dat van het oorspronkelijke landgoed nog slechts 5 hectare resteert, nog steeds af te lezen aan de aanwezigheid van houtwallen uit de tijd van de bollenteelt, en diverse restanten van het vroegere kwekersbedrijf, zoals de 17de-eeuwse kruidendrogerij, 18de-eeuwse tuinmuren en de rozentuin.

Toen Margriet en Nel in 1994 reageerden op een vacature voor huishoudelijk personeel, wisten zij niet dat ze meer dan 2 decennia op zo’n bijzondere plek zouden komen te werken en zo’n warme band zouden opbouwen met de laatste particuliere bewoner van Calorama: Hendrik Maximiliaan Baron Taets van Amerongen van Renswoude. Ook Sicco en Marnix hadden niet kunnen vermoeden dat hun kennismaking, als pubers, met Baron Henk zo’n grote rol zou gaan spelen in hun leven. Hun zeer persoonlijke verhalen laten zien hoe een warme band met een persoon en met een plek de basis vormt voor het behoud van dit bijzondere landgoed.

Wilt u meer weten over Landgoed Calorama? Klik dan hier.

Historische Moestuinen: ‘Als we ons hier voor gaan inzetten wordt de hele landgoederenzone mooier’

Moestuinen bestaan al sinds mensen zich op een vaste woonplek gingen vestigen. Buitenplaatsen en landgoederen hadden dan ook, naast een huis, siertuinen en parken, altijd moestuinen, kassen, boomgaarden en andere onderdelen van een productietuin. Bedoeld om de bewoners en het personeel van deze buitenverblijven van voedsel te voorzien, maar ook om te verkopen en zo bij te dragen aan de instandhouding van het landgoed of de buitenplaats. Bovendien kon je goede sier maken door exclusieve groenten zoals asperges, artisjokken en kardoen, en exotische vruchten zoals perzik, vijg en ananas te serveren of cadeau geven.

Aan het begin van de twintigste eeuw werd het kopen en bewaren van levensmiddelen steeds makkelijker. Het werd te kostbaar om jaarrond al dat tuinpersoneel aan het werk te houden. Veel moestuinen verdwenen en maakten plaats voor tennisbanen, paardenweitjes, woonwijken of gewoon gazon. Met de toenemende aandacht voor lokaal geteelde groenten en fruit, maar ook voor historische aspecten van de tuinbouw en fruitteelt, krijgen historische moestuinen de laatste jaren weer meer aandacht. Vanwege de schoonheid, de rust en de sociale aspecten van samen voor een tuin zorgen, maar óók om te onderzoeken hoe er vroeger werd geteeld en om inspiratie te vinden voor zorgvuldig beheer. Moestuinliefhebber Dorothée Koper-Mosterd, boerenkleinzoon en adviseur historische moestuinen Taco IJzerman, en Hennes Claassen, ‘geboren tussen de snijbonen’ in de moestuin van zijn ouders en nu fulltime groenvrijwilliger, steken hun ziel en zaligheid in het herstellen en het geven van nieuwe functies aan dit bijzondere tuinonderdeel, dat zo lang bij elke buitenplaats en ieder landgoed heeft gehoord.

Voor meer informatie over het moestuinenproject? Klik dan hier.

Huys te Warmont: ‘Ik zie het ook als bijdragen aan het behoud van het huis voor de toekomst’

De geschiedenis van Huys te Warmont gaat terug tot de 12de of 13de eeuw. Het kasteel had eeuwenlang een verdedigende functie tot het aan het eind van de 18de eeuw werd verbouwd tot landhuis in de huidige classicistische vorm. Toch is de middeleeuwse donjon nog altijd zichtbaar in een van de torens. Het kasteel wordt omringd door water en een prachtig parkbos dat in de volksmond ‘Het bos van Krantz’ wordt genoemd, naar de laatste familie die Huys te Warmont bezat. Het huis kwam in 1961 in handen van een stichting en wordt sindsdien bewoond door meerdere huurders, onder wie de familie van Jan Sevenster. Het werd echter steeds ingewikkelder voor de stichting om zo’n groot en complex gebouw goed te beheren en te onderhouden. Daarom zocht de stichting een partij die dit beheer kon overnemen. Zo werd de landelijke vereniging Hendrick de Keyser Monumenten eigenaar van Huys te Warmont en zij zorgen er met een uitgebreide restauratie voor dat het Huys weer een eeuw vooruit kan.

Dat het kasteel door deze geschiedenis nog altijd particulier wordt bewoond, maakt Huys te Warmont een uitzondering in Hollands Buiten. Hoe het is om zo’n monumentaal 'Huys' te bewonen, en wat voor visie en drive nodig zijn om het pand duurzaam klaar te maken voor de toekomst, vertellen bewoner Jan Sevenster en architect Stephan Ligtvoet in de film.

Voor meer informatie over Huys te Warmont, klik hier.

Kasteel Keukenhof: ‘We hebben generaties lang voor de Van Lyndens en de Van Pallandts werk verricht.’

Landgoed Keukenhof is een van de weinige locaties in de Landgoederenzone met een naam die wereldwijd bekend is.

De naam Keukenhof is afgeleid van het ‘Keukenduin’ dat behoorde tot het jachtgebied voor de keuken van Slot Teylingen. In de 17de eeuw werd een herenhuis gebouwd in het Keukenduin. In de eeuwen daarna werd het landgoed uitgebreid en in de 19de eeuw werd het herenhuis, volgens de toen geldende mode, verbouwd tot het huidige kasteel. De bloemententoonstelling Keukenhof, die sinds 1949 bestaat, is een van de grootste toeristische trekpleisters in Nederland. Je zou het oorspronkelijke landgoed daardoor bijna vergeten, maar het hele landgoed is er nog. Tot 2003 was landgoed Keukenhof het eigendom van de graven van Lynden, een van de oudste adellijke families in Nederland.

Het kasteel is tegenwoordig een museum met een interieur dat zo wordt behouden en gerestaureerd zoals het generaties lang is geweest. Eén van de belangrijkste betrokkenen bij dit interieur is ‘hofleverancier’ Tibboel geweest. Ton Tibboel is de zesde generatie van de in 1784 opgerichte firma Tibboel en de laatste die nog voor de familie Van Lynden heeft gewerkt. Inmiddels is Ton Tibboel met pensioen, maar van zijn vader en grootvader weet hij nog wel enkele verhalen over wat het vroeger inhield om leverancier te zijn voor een kasteel en een adellijke familie. En ook zélf heeft hij het een en ander meegemaakt als ‘hofleverancier’ van de Keukenhof.

Wilt u meer weten over Landgoed Keukenhof, klik dan hier.

Park Rusthoff: ‘Wij waren bijna directe buren van Charbon.’

In het centrum van het bollendorp Sassenheim ligt een weelderig landschapspark waar de hele gemeente van geniet. Dat dit park een langere geschiedenis heeft dan de meeste gemeentelijke groenvoorzieningen in Nederland is best bijzonder.

In 1791 kocht handelaar Jean Adam Charbon midden in het dorp aan de Hoofdstraat een buitenhuis en diverse landerijen. Charbon behoorde tot een uit Zwitserland afkomstige, welgestelde koopmansfamilie. Tot 1917 heeft de familie Charbon in Sassenheim gewoond – eerst als zomerverblijf; later werd dit het vaste woonhuis van de familie. Rond 1830 werd het indertijd zeer modieuze landschapspark aangelegd, waarvan het ontwerp wordt toegeschreven aan de beroemde landschapsarchitectenfamilie Zocher. In 1917 kocht de gemeente het landgoed, waarna het huis werd gesloopt. Het landschapspark bestaat echter nog steeds, maar in plaats van alleen de eigenaar geniet tegenwoordig de hele gemeente Sassenheim van deze groene oase in het centrum van het dorp.

In deze film is Piet Langeveld aan het woord. Piet is geboren en getogen Sassenheimer en heeft zijn hele leven vlak bij het park gewoond. Net als zijn voorouders, die hier zelfs al woonden voor Rusthoff werd gebouwd en het Zocherpark werd aangelegd. De familie Langeveld voerde ook werk uit voor de familie Charbon. Al als kind speelde Piet graag in het park en hij is altijd nieuwsgierig geweest naar allerlei bijzonderheden rond park en landgoed en naar zijn eigen familiegeschiedenis. Een leven lang vragen stellen en dingen onderzoeken als lid van de historische vereniging heeft hem, behalve liefde voor de plek, veel kennis opgeleverd. En bevlogenheid om, samen met andere omwonenden, het park te beschermen en te behouden.

Wilt u meer weten over Park Rusthoff, klik dan hier.

Buitenplaats Huize Bijdorp: 'Wij willen dat ons gedachtegoed verder gaat.’

In 1875 kocht de Congregatie van de Heilige Catharina van Siëna de op dat moment bijna twee eeuwen oude buitenplaats Bijdorp in Voorschoten. Daarmee kreeg deze plek een heel andere bestemming dan andere landgoederen en buitenplaatsen in de Landgoederenzone. Anderhalve eeuw lang was Bijdorp voor de zusters hun thuisbasis, met onder meer een school, een noviciaat en een bijzondere kapel. Vanuit Bijdorp verrichtten de zusters hun werken voor de omgeving, de maatschappij, de zwakkeren en behoeftigen in de samenleving in Nederland en in het buitenland. Bijdorp werd ook de plek waar de zusters terugkeerden als zij zelf oud en behoeftig werden. Zo werd Bijdorp een ankerplaats in het leven van de zusters.

Binnen de landgoederenzone is dit een uniek verhaal. Maar de in 1841 opgerichte Congregatie nadert haar voltooiing. Daarom denken de zusters na over de toekomst van deze bijzondere plek, waarin de geschiedenis en de waarden van hun werken en levensvisie zo verankerd liggen. Het ideaal van de Congregatie is dat de buitenplaats straks wordt overgedragen in lijn met de visie en overtuiging van de Congregatie. Simpelweg verkopen aan de hoogste bieder past in ieder geval niet in hun visie op het leven, hun aandacht voor onderwijs en in het bijzonder hun zorg voor de omgeving en de kwetsbaren in de samenleving. De overdracht naar toekomstig gebruik wordt daarom zorgvuldig en tot in detail uitgedacht, samen met onder meer de provincie Zuid-Holland, de gemeente Voorschoten en omwonenden, om het voort dragen van de visie en de nalatenschap van deze laatste particuliere eigenaren langdurig te kunnen garanderen.

Behoud van het (religieus) erfgoed van Bijdorp speelt in deze plannen een centrale rol, met tevens behoud van de belangrijke natuurwaarden van de buitenplaats. De Congregatie wil dat de buitenplaats blijvend kan worden gebruikt en beheerd, en ook toegankelijk en beleefbaar wordt voor inwoners van Voorschoten en andere belangstellenden. Inclusief herontwikkeling van de historische moestuin en boomgaard, en behoud van de aanwezige boerderij en bewoning.

Wilt u meer weten over Buitenplaats Huize Bijdorp, klik dan hier.

Hollands Buiten: 'Elke buitenplaats heeft zijn eigen verhaal en betekenis, ook in het heden'

Verspreid over het eeuwenoude binnenduinlandschap langs de Zuid-Hollandse kust, in Nationaal Park Hollandse Duinen, liggen tientallen landgoederen, buitenplaatsen en kastelen of de restanten daarvan: Hollands Buiten. Zij vertellen verhalen over de geschiedenis van onze provincie. Veel van de landgoederen en buitenplaatsen in deze landgoederenzone dateren uit de 17de eeuw. Dat was de tijd waarin rijke Hollandse handelaren zich een zomerverblijf buiten de stad konden veroorloven. Maar sommige locaties waren toen al eeuwen in gebruik. Want ook ten tijde van de Romeinen en in de Middeleeuwen vestigden mensen zich al op deze hogere en dus droge zandrug achter de duinen.

Sinds de 17de eeuw is er veel veranderd. Veel van de kastelen, buitenplaatsen en landgoederen die ooit in de Zuid-Hollandse landgoederenzone hebben gelegen zijn inmiddels verdwenen. De huizen, tuinen en parken die hier nog wel liggen zijn van omvang en eigenaar veranderd, hebben hun oorspronkelijke functie verloren. Nog maar heel weinig locaties zijn particulier bewoond en de omgeving is volgebouwd met woonwijken en wegen. Desondanks vormen de landgoederen die er nog wel zijn ook in deze tijd een herkenbare ‘groene long’ in het landschap van Zuid-Holland, waar bijzondere verhalen zijn te vertellen over verleden, heden én toekomst.

Dat gebeurt op elke locatie weer op een andere manier. Want met een eigentijdse invulling kunnen deze bijzondere plekken ook nu nog een belangrijke rol spelen. Als rustpunt in de drukken Randstad. Als plek om van natuur en cultuur te genieten. Op al deze plekken werken betrokken mensen, vrijwillig en betaald, die er met hun kennis en bevlogenheid voor zorgen dat die buitenplaatsen, kastelen en landgoederen gebruikt, beheerd én bewaard worden voor toekomstige generaties.

In deze film vertellen diverse betrokkenen Hollands Buiten zo bijzonder maakt. Carla Scheffer bijvoorbeeld. Vanuit haar werk betrokken bij de landgoederenzone, maar ook een bevlogen liefhebber die haar inspiratie haalt uit de combinatie van cultureel erfgoed en natuur die ze hier vindt.

Wilt u meer weten over Hollands Buiten? Klik dan hier.

Met de 11 films over Hollands  Buiten is dit onderdeel van het project 'Verhalen van Hollands Buiten - fase I' afgerond.

Stichting Monument & Verhaal werkt aan een vervolg en hoopt fase II in 2024-2025 te kunnen realiseren. Heeft u ideeen? Laat het ons vooral weten via deze link.

Niets missen? Met onze nieuwsbrief houden wij alle belangstellenden op de hoogte.