Pal voor mijn huis ligt een klein park. Een stukje groen ingeklemd tussen de huizenblokken, pakweg 5 blokken lang en een blok breed. Ik noem het altijd liefhebbend ‘mijn postzegelpark’, al is het voor die term natuurlijk weer veel te groot. Er staan mooie statige bomen, er loopt een kronkelend stroompje door met een even kronkelend paadje ernaast, her en der ligt een grasveld.
Het wordt intensief gebruikt: door wandelaars met en zonder hond, spelende kinderen, sporters, scholen en hangjeugd. En zodra er ’s winters ook maar één vlok sneeuw gevallen is verzamelt de hele buurt zich op het ene heuveltje waar je met een beetje goed fatsoen vanaf kunt sleeën. Ik hou van dat parkje. Ik mag er graag naar kijken vanuit mijn keukenraam, en voor mijn dagelijkse blokje om zoek ik er telkens weer een ander paadje doorheen, op weg naar de grote wijde wereld. Want tja, echt ver wandelen kun je er natuurlijk niet in. In tegenstelling tot de schitterende parken die je vaak bij oude landhuizen vindt, en waar ik voor het project Verhalen van Hollands Buiten in rond mag struinen.
Qua grootte spande het park van Prins Frederik der Nederlanden, de broer van koning Willem II, waarschijnlijk wel de kroon. Prins Frederik heeft lang in Duitsland gewoond. Eenmaal terug in Nederland settelde hij zich in Den Haag en al snel ging hij op zoek naar een zomerverblijf daar in de buurt; een landgoed dat paste bij zijn sociale status én bij zijn liefde voor tuinen en parken.
Dat zomerverblijf bleek nog niet zo makkelijk te vinden, dus uiteindelijk heeft hij het zelf gecreëerd. Hij kocht tussen 1838 en 1854 in totaal negen landgoederen en boerderijen op, aan weerszijden van de Rijksstraatweg in Wassenaar - nu een drukke verkeersader, maar toen een vrij rustige zandweg: Raephorst, Ter Horst, Eikenhorst, De Paauw, Backershagen, Groot Haesebroek, Wildrust, De Drie Papegaaien en Het Zwarte Hek. Een deel van de huizen op die landgoederen werd afgebroken, een ander deel deed dienst als jachtslot of gastenverblijf. Zelf trok hij met zijn gezin in Huize de Paauw. Eerst alleen voor de zomer, als het in de binnenstad van Den Haag bijzonder onaangenaam werd, maar Prins Frederik en zijn vrouw Prinses Louise vonden het zo fijn in Wassenaar dat ze er uiteindelijk vrijwel het hele jaar verbleven - op de Paauwe of op Backershagen.
Samen met de beroemde tuinarchitecten Zocher jr. en Petzold ging Prins Frederik enthousiast aan de slag om van de tuinen van al die verschillende landgoederen een eenheid te maken, terwijl ze toch ook allemaal iets eigens hielden zodat het wel een afwisselend landschap bleef. Door het park dat zo ontstond zette hij vervolgens een route uit. Een rijtoer langs bijzondere objecten en planten, met spectaculaire uitzichten over speciale zichtlijnen. Gebruikt door de prins, zijn familie en hun gasten, maar als de familie niet thuis was kon je als particulier ook wandelen.
Het grote landgoed van Prins Frederik heeft niet heel lang bestaan; na de dood van zijn dochter Marie in 1910 viel het weer uiteen in losse delen. De Horsten zijn nog steeds in bezit van de koninklijke familie, De Paauw werd uiteindelijk het raadhuis van Wassenaar. Backershagen werd opgedeeld en particulier bewoond. De rest verdween in en onder een villawijk van Wassenaar. Maar als je weet waar je naar zoekt zijn er nog steeds sporen te vinden van wat er ooit was: een mooi oud hek bijvoorbeeld, of een straatnaam als Groot Haesebroekseweg. Je kunt ook nog steeds heerlijk wandelen door wat er overgebleven is van al die mooie tuinen. Het zijn parken met statige bomen en slingerende paden langs mooie vijvers, gebruikt door wandelaars met en zonder hond, spelende kinderen en hardlopers. Als je op de Horsten de bordjes volgt kom je bij een knus wit theehuis - vroeger het jachthuis van prins Frederik.
De rijroute verdween. Tot de gemeente Wassenaar een paar jaar geleden besloot om die weer zichtbaar en waar mogelijk ook weer berijdbaar te maken, al zal dat tegenwoordig eerder op de fiets zijn dan in een rijtuig. Binnen het project Prins Frederik’s Parkenroute onderzochten ze de geschiedenis van de oude tuinen en paden, en puzzelden ze op basis van oude kaarten de route zoveel als mogelijk weer in elkaar. Dit project kwam net in een afrondende fase toen wij begonnen met 'Verhalen van Hollands Buiten' en dus was het voor ons niet meer dan logisch dat ons eerste verhaal zich hier af zou spelen. Het werd het verhaal van een jongetje dat in 1884 elke week langs Huize de Paauw komt, dromend dat hij ooit in die mooie tuin zou kunnen werken. Samen met zijn oom gaat hij op ontdekkingsreis op dat enorme landgoed, en uiteindelijk wordt zijn droom werkelijkheid.
Na een wandeling in het park dat ooit van Prins Frederik was kijk ik vanuit mijn eigen appartement nog steeds met plezier naar mijn postzegelpark. Maar soms denk ik dan toch: “Zo’n leuk wit theehuis, zou dat hier nou echt niet passen…?”
TER INFO:
Het verhaal over Prins Frederik's Parkenroute is voor het eerst verteld op 11 september 2021, bij de opening van een speeltoestel bij Huize de Paauw - een houten koets met paarden. Het is het eerste verhaal in een reeks van 11 over de landgoederen en buitenplaatsen van de Landgoederenzone in het binnenduin-gebied in Zuid-Holland. Wil je weten wanneer en waar er verhalen uit dit project verteld gaan worden? Hou onze Facebook- en Instagram pagina's in de gaten!
Reactie plaatsen
Reacties